upgraden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | upgrade | upgradede | heb geüpgraded |
jij, je, u | upgradet | upgradede | hebt geüpgraded |
hij, zij, het | upgradet | upgradede | heeft geüpgraded |
wij | upgraden | upgradeden | hebben geüpgraded |
jullie | upgraden | upgradeden | hebben geüpgraded |
zij, ze | upgraden | upgradeden | hebben geüpgraded |
PresensBeta
Example presens sentences for Upgraden with some of the pronouns.
- Ik upgrade mijn computer regelmatig.
- Jij upgradeert je software vaak.
- Hij/zij/het upgraded zijn/haar smartphone vandaag.
- Wij upgraden ons netwerk voor snellere internettoegang.
- Jullie upgraden de firmware van jullie apparaten.
- Zij upgraden hun website naar een nieuwe versie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Upgraden with some of the pronouns.
- Ik upgradeerde mijn laptop gisteren.
- Jij upgradeerde je gameconsole vorige week.
- Hij/zij/het upgradeerde zijn/haar bestanden dagelijks.
- Wij upgradeerden onze servers vorige maand.
- Jullie upgradeerden de software tijdens de pauze.
- Zij upgradeerden hun kantoorapparatuur elk jaar.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Upgraden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn besturingssysteem geüpgraded.
- Jij hebt je abonnement geüpgraded naar een premiumversie.
- Hij/zij/het heeft de software succesvol geüpgraded.
- Wij hebben onze website geüpgraded met nieuwe functies.
- Jullie hebben de beveiligingsinstellingen geüpgraded.
- Zij hebben hun oude telefoons geüpgraded naar de nieuwste modellen.