bezwijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bezwijk | bezweek | ben bezweken |
jij, je, u | bezwijkt | bezweek | bent bezweken |
hij, zij, het | bezwijkt | bezweek | is bezweken |
wij | bezwijken | bezweken | zijn bezweken |
jullie | bezwijken | bezweken | zijn bezweken |
zij, ze | bezwijken | bezweken | zijn bezweken |
PresensBeta
Example presens sentences for Bezwijken with some of the pronouns.
- Ik bezwijk onder de druk van het werk.
- Jij bezwijkt altijd voor verleidingen.
- Hij bezwijkt onder de last van zijn schulden.
- Wij bezwijken niet zo snel voor kritiek.
- Zij bezwijken vaak voor de charmes van hun huisdieren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bezwijken with some of the pronouns.
- Ik bezweek onder de druk van het werk.
- Jij bezweek altijd voor verleidingen.
- Hij bezweek onder de last van zijn schulden.
- Wij bezweken niet zo snel voor kritiek.
- Zij bezweken vaak voor de charmes van hun huisdieren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bezwijken with some of the pronouns.
- Ik ben bezweken onder de druk van het werk.
- Jij bent altijd bezweken voor verleidingen.
- Hij is bezweken onder de last van zijn schulden.
- Wij zijn niet zo snel bezweken voor kritiek.
- Zij zijn vaak bezweken voor de charmes van hun huisdieren.