berusten

Conjugations List of Berusten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikberustberustteheb berust
jij, je, uberustberusttehebt berust
hij, zij, hetberustberustteheeft berust
wijberustenberusttenhebben berust
jullieberustenberusttenhebben berust
zij, zeberustenberusttenhebben berust

Presens

Example presens sentences for Berusten with some of the pronouns.

  • Ik berust in mijn lot.
  • Jij berust in je beslissingen.
  • Hij berust op zijn ervaring.
  • Wij berusten in de situatie.
  • Zij berusten in hun fouten.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Berusten with some of the pronouns.

  • Ik berustte in mijn lot.
  • Jij berustte in je beslissingen.
  • Hij berustte op zijn ervaring.
  • Wij berustten in de situatie.
  • Zij berustten in hun fouten.

Perfectum

Example perfectum sentences for Berusten with some of the pronouns.

  • Ik heb berust in mijn lot.
  • Jij hebt berust in je beslissingen.
  • Hij heeft berust op zijn ervaring.
  • Wij hebben berust in de situatie.
  • Zij hebben berust in hun fouten.