doortrekken

Conjugations List of Doortrekken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktrek doortrok doorheb doorgetrokken
jij, je, utrekt doortrok doorhebt doorgetrokken
hij, zij, hettrekt doortrok doorheeft doorgetrokken
wijtrekken doortrokken doorhebben doorgetrokken
jullietrekken doortrokken doorhebben doorgetrokken
zij, zetrekken doortrokken doorhebben doorgetrokken

Presens
Beta

Example presens sentences for Doortrekken with some of the pronouns.

  • Ik trek de wc door.
  • Jij trekt de wc door.
  • Hij/Zij/Het trekt de wc door.
  • Wij trekken de wc door.
  • Jullie trekken de wc door.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doortrekken with some of the pronouns.

  • Ik trok de wc door.
  • Jij trok de wc door.
  • Hij/Zij/Het trok de wc door.
  • Wij trokken de wc door.
  • Jullie trokken de wc door.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doortrekken with some of the pronouns.

  • Ik heb de wc doorgespoeld.
  • Jij hebt de wc doorgespoeld.
  • Hij/Zij/Het heeft de wc doorgespoeld.
  • Wij hebben de wc doorgespoeld.
  • Jullie hebben de wc doorgespoeld.