verfomfaaien
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verfomfaai | verfomfaaide | ben verfomfaaid |
jij, je, u | verfomfaait | verfomfaaide | bent verfomfaaid |
hij, zij, het | verfomfaait | verfomfaaide | is verfomfaaid |
wij | verfomfaaien | verfomfaaiden | zijn verfomfaaid |
jullie | verfomfaaien | verfomfaaiden | zijn verfomfaaid |
zij, ze | verfomfaaien | verfomfaaiden | zijn verfomfaaid |
PresensBeta
Example presens sentences for Verfomfaaien with some of the pronouns.
- Ik verfomfaai de kamer met vrolijke kleuren.
- Jij verfomfaait je haar elke ochtend.
- Hij verfomfaait de brief voordat hij hem verzendt.
- Wij verfomfaaien de oude meubels voor de verkoop.
- Zij verfomfaaien de regels van het spel om het interessanter te maken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verfomfaaien with some of the pronouns.
- Ik verfomfaaide de kamer met vrolijke kleuren.
- Jij verfomfaaide je haar elke ochtend.
- Hij verfomfaaide de brief voordat hij hem verzond.
- Wij verfomfaaiden de oude meubels voor de verkoop.
- Zij verfomfaaiden de regels van het spel om het interessanter te maken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verfomfaaien with some of the pronouns.
- Ik heb de kamer verfomfaaid met vrolijke kleuren.
- Jij hebt je haar elke ochtend verfomfaaid.
- Hij heeft de brief verfomfaaid voordat hij hem verzond.
- Wij hebben de oude meubels verfomfaaid voor de verkoop.
- Zij hebben de regels van het spel verfomfaaid om het interessanter te maken.