vergen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verg | vergde | heb gevergd |
jij, je, u | vergt | vergde | hebt gevergd |
hij, zij, het | vergt | vergde | heeft gevergd |
wij | vergen | vergden | hebben gevergd |
jullie | vergen | vergden | hebben gevergd |
zij, ze | vergen | vergden | hebben gevergd |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergen with some of the pronouns.
- Ik verg dat je meegaat naar het feest.
- Jij vergt veel geduld van mij.
- Hij vergt een nauwkeurige aanpak.
- Wij vergen veel van onze medewerkers.
- Zij vergen goede communicatievaardigheden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergen with some of the pronouns.
- Ik vroeg altijd veel van mezelf.
- Jij vroeg om mijn hulp.
- Hij eiste volledige toewijding.
- Wij stelden strenge regels vast.
- Zij eisten eerlijke behandeling.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergen with some of the pronouns.
- Ik heb gevorderd dat hij zijn werk afmaakt.
- Jij hebt veel van me gevraagd.
- Hij heeft veel inzet vereist.
- Wij hebben hoge eisen gesteld.
- Zij hebben veel van ons geëist.