verwikkelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verwikkel | verwikkelde | heb verwikkeld |
jij, je, u | verwikkelt | verwikkelde | hebt verwikkeld |
hij, zij, het | verwikkelt | verwikkelde | heeft verwikkeld |
wij | verwikkelen | verwikkelden | hebben verwikkeld |
jullie | verwikkelen | verwikkelden | hebben verwikkeld |
zij, ze | verwikkelen | verwikkelden | hebben verwikkeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Verwikkelen with some of the pronouns.
- Ik verwikkel me in politieke discussies.
- Jij verwikkelt je in een interessant boek.
- Hij verwikkelt zich in een intensieve training.
- Wij verwikkelen ons in een spannende wedstrijd.
- Zij verwikkelen zich in een complex probleem.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verwikkelen with some of the pronouns.
- Ik verwikkelde me regelmatig in discussies.
- Jij verwikkelde je in een ingewikkelde kwestie.
- Hij verwikkelde zich in een gevaarlijke situatie.
- Wij verwikkelden ons in een langdurig proces.
- Zij verwikkelden zich in een emotionele discussie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verwikkelen with some of the pronouns.
- Ik heb me verwikkeld in een heftige discussie.
- Jij hebt je verwikkeld in een lastige situatie.
- Hij heeft zich verwikkeld in een onverwacht avontuur.
- Wij hebben ons verwikkeld in een belangrijk project.
- Zij hebben zich verwikkeld in een verhitte discussie.