voldoen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | voldoe | voldeed | heb voldaan |
| jij, je, u | voldoet | voldeed | hebt voldaan |
| hij, zij, het | voldoet | voldeed | heeft voldaan |
| wij | voldoen | voldeden | hebben voldaan |
| jullie | voldoen | voldeden | hebben voldaan |
| zij, ze | voldoen | voldeden | hebben voldaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Voldoen with some of the pronouns.
- Ik voldoe aan de vereisten van het project.
- Jij voldoet altijd aan je beloftes.
- Hij/Zij/Het voldoet niet aan mijn verwachtingen.
- Wij voldoen aan alle wettelijke voorschriften.
- Zij voldoen aan de gestelde criteria.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voldoen with some of the pronouns.
- Vroeger voldeed ik niet aan de normen.
- Toen jij jonger was, voldeed je niet aan onze verwachtingen.
- Hij/Zij/Het voldeed zelden aan de gestelde doelen.
- Vroeger voldeden wij niet aan de kwaliteitsstandaarden.
- In het verleden voldeden zij niet aan de afspraken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voldoen with some of the pronouns.
- Ik heb voldaan aan de gestelde eisen.
- Jij bent altijd aan je verplichtingen voldaan.
- Hij/Zij/Het heeft niet aan mijn verwachtingen voldaan.
- Wij hebben aan alle voorwaarden voldaan.
- Zij hebben aan de deadline voldaan.