volschenken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schenk vol | schonk vol | heb volgeschonken |
jij, je, u | schenkt vol | schonk vol | hebt volgeschonken |
hij, zij, het | schenkt vol | schonk vol | heeft volgeschonken |
wij | schenken vol | schonken vol | hebben volgeschonken |
jullie | schenken vol | schonken vol | hebben volgeschonken |
zij, ze | schenken vol | schonken vol | hebben volgeschonken |
PresensBeta
Example presens sentences for Volschenken with some of the pronouns.
- Ik volgiet
- Jij volgiet
- Hij/Zij volgiet
- Wij volgieten
- Jullie volgieten
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Volschenken with some of the pronouns.
- Ik volschonk
- Jij volschonk
- Hij/Zij volschonk
- Wij volschonken
- Jullie volschonken
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Volschenken with some of the pronouns.
- Ik heb gevolschonken
- Jij hebt gevolschonken
- Hij/Zij heeft gevolschonken
- Wij hebben gevolschonken
- Jullie hebben gevolschonken