plezieren

Conjugations List of Plezieren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikplezierplezierdeheb geplezierd
jij, je, upleziertplezierdehebt geplezierd
hij, zij, hetpleziertplezierdeheeft geplezierd
wijplezierenplezierdenhebben geplezierd
jullieplezierenplezierdenhebben geplezierd
zij, zeplezierenplezierdenhebben geplezierd

Presens

Example presens sentences for Plezieren with some of the pronouns.

  • Ik plezier me in het lezen van boeken.
  • Jij pleziert je met reizen naar exotische plaatsen.
  • Hij/zij/het pleziert zich door naar muziek te luisteren.
  • Wij plezieren ons in het samenzijn met vrienden.
  • Jullie plezieren je met sportieve activiteiten.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Plezieren with some of the pronouns.

  • Vroeger plezierde ik mezelf met videospelletjes.
  • Toen ik jong was, plezierde jij je altijd met dansen.
  • Hij/zij/het plezierde zich elke zomer met zwemmen in de zee.
  • Wij plezierden ons vroeger met lange wandelingen in het bos.
  • Jullie plezierden je als kinderen met verstoppertje spelen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Plezieren with some of the pronouns.

  • Ik heb me vermaakt tijdens de vakantie.
  • Jij hebt jezelf laten plezieren op het feestje.
  • Hij/zij/het heeft zich enorm vermaakt in het pretpark.
  • Wij hebben ons laten plezieren door de heerlijke maaltijd.
  • Jullie hebben je goed laten vermaken op het concert.