absorberen

Conjugations List of Absorberen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikabsorbeerabsorbeerdeheb geabsorbeerd
jij, je, uabsorbeertabsorbeerdehebt geabsorbeerd
hij, zij, hetabsorbeertabsorbeerdeheeft geabsorbeerd
wijabsorberenabsorbeerdenhebben geabsorbeerd
jullieabsorberenabsorbeerdenhebben geabsorbeerd
zij, zeabsorberenabsorbeerdenhebben geabsorbeerd

Presens

Example presens sentences for Absorberen with some of the pronouns.

  • Ik absorbeer de informatie uit boeken.
  • Jij absorbeert snel nieuwe woorden.
  • Hij absorbeert kennis als een spons.
  • Wij absorberen de cultuur van andere landen.
  • Zij absorberen de lessen met enthousiasme.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Absorberen with some of the pronouns.

  • Ik absorbeerde altijd nieuwe ideeĆ«n.
  • Jij absorbeerde de stof gemakkelijk.
  • Hij absorbeerde langzaam maar zeker de feiten.
  • Wij absorbeerden de ervaring als een spons.
  • Zij absorbeerden de kennis gedurende de hele cursus.

Perfectum

Example perfectum sentences for Absorberen with some of the pronouns.

  • Ik heb de kennis geabsorbeerd.
  • Jij hebt snel nieuwe concepten geabsorbeerd.
  • Hij heeft de informatie goed geabsorbeerd.
  • Wij hebben de taalvaardigheden geabsorbeerd.
  • Zij hebben de theorie grondig geabsorbeerd.