dooreengroeien

Conjugations List of Dooreengroeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgroei dooreengroeide dooreenben dooreengegroeid
jij, je, ugroeit dooreengroeide dooreenbent dooreengegroeid
hij, zij, hetgroeit dooreengroeide dooreenis dooreengegroeid
wijgroeien dooreengroeiden dooreenzijn dooreengegroeid
julliegroeien dooreengroeiden dooreenzijn dooreengegroeid
zij, zegroeien dooreengroeiden dooreenzijn dooreengegroeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Dooreengroeien with some of the pronouns.

  • We dooreengroeien met elkaar als team.
  • Jij dooreengroeit snel met je nieuwe baan.
  • De planten dooreengroeien in de tuin.
  • De kinderen dooreengroeien met hun vrienden op school.
  • Wij dooreengroeien als familie door dik en dun.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Dooreengroeien with some of the pronouns.

  • Vroeger groeiden we als buurtkinderen dooreen in het speelveldje.
  • Toen ik jong was, groeide ik langzaam maar zeker dooreen met de natuur.
  • Tijdens onze studententijd groeiden we als huisgenoten dooreen in een hechte gemeenschap.
  • De relatie tussen hen groeide gestaag dooreen, maar uiteindelijk liep het stuk.
  • Als kind groeide ik dooreen met mijn huisdieren en had ik altijd een speciale band met ze.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Dooreengroeien with some of the pronouns.

  • Ik ben met mijn collega's dooreengegroeid tijdens het project.
  • Hij is met zijn hobby dooreengegroeid tot een professionele carrière.
  • Zij is met haar passie voor muziek dooreengegroeid tot een getalenteerde zangeres.
  • We zijn als vriendengroep jarenlang dooreengegroeid en hebben veel mooie herinneringen.
  • Jullie zijn met de organisatie dooreengegroeid en hebben veel bereikt.