doorkrabben
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | krab door | krabde door | heb doorgekrabd |
jij, je, u | krabt door | krabde door | hebt doorgekrabd |
hij, zij, het | krabt door | krabde door | heeft doorgekrabd |
wij | krabben door | krabden door | hebben doorgekrabd |
jullie | krabben door | krabden door | hebben doorgekrabd |
zij, ze | krabben door | krabden door | hebben doorgekrabd |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorkrabben with some of the pronouns.
- Ik krab door aan de jeukende muggenbult.
- Jij krabt door aan de loszittende verf op de muur.
- Hij krabt door aan het oppervlak van de bekraste tafel.
- Wij krabben door aan de dikke laag ijs op de autoruit.
- Zij krabben door aan de harde korst van de beschadigde huid.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorkrabben with some of the pronouns.
- Ik krabde door aan de jeukende muggenbult.
- Jij krabde door aan de loszittende verf op de muur.
- Hij krabde door aan het oppervlak van de bekraste tafel.
- Wij krabden door aan de dikke laag ijs op de autoruit.
- Zij krabden door aan de harde korst van de beschadigde huid.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorkrabben with some of the pronouns.
- Ik heb doorgekrabd aan de jeukende muggenbult.
- Jij hebt doorgekrabd aan de loszittende verf op de muur.
- Hij heeft doorgekrabd aan het oppervlak van de bekraste tafel.
- Wij hebben doorgekrabd aan de dikke laag ijs op de autoruit.
- Zij hebben doorgekrabd aan de harde korst van de beschadigde huid.