harpen

Conjugations List of Harpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikharpharpteheb geharpt
jij, je, uharptharptehebt geharpt
hij, zij, hetharptharpteheeft geharpt
wijharpenharptenhebben geharpt
jullieharpenharptenhebben geharpt
zij, zeharpenharptenhebben geharpt

Presens
Beta

Example presens sentences for Harpen with some of the pronouns.

  • Ik scherp mijn potlood voordat ik begin met tekenen.
  • Jij scherpt het mes om de groenten te snijden.
  • Hij scherpt zijn vaardigheden door veel te oefenen.
  • Zij scherpen de messen voor de wedstrijd.
  • We scherpen onze focus tijdens de training.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Harpen with some of the pronouns.

  • Ik scherpte mijn potlood voordat ik begon te tekenen.
  • Jij scherpte het mes om de groenten te snijden.
  • Hij scherpte zijn vaardigheden door veel te oefenen.
  • Zij scherpten de messen voor de wedstrijd.
  • We scherpten onze focus tijdens de training.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Harpen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn potlood gescherpt voordat ik begon te tekenen.
  • Jij hebt het mes gescherpt om de groenten te snijden.
  • Hij heeft zijn vaardigheden gescherpt door veel te oefenen.
  • Zij hebben de messen gescherpt voor de wedstrijd.
  • We hebben onze focus gescherpt tijdens de training.