voltanken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | tank vol | tankte vol | heb volgetankt |
jij, je, u | tankt vol | tankte vol | hebt volgetankt |
hij, zij, het | tankt vol | tankte vol | heeft volgetankt |
wij | tanken vol | tankten vol | hebben volgetankt |
jullie | tanken vol | tankten vol | hebben volgetankt |
zij, ze | tanken vol | tankten vol | hebben volgetankt |
PresensBeta
Example presens sentences for Voltanken with some of the pronouns.
- Ik tank mijn auto vol bij het benzinestation.
- Jij tankt je scooter vol voordat je naar school gaat.
- Hij/zij/het tankt de vrachtwagen vol met diesel.
- Wij tanken onze motorfiets vol voor de lange rit.
- Jullie tanken de boot vol voordat jullie gaan varen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voltanken with some of the pronouns.
- Ik tankte mijn auto vol bij het benzinestation.
- Jij tankte je scooter vol voordat je naar school ging.
- Hij/zij/het tankte de vrachtwagen vol met diesel.
- Wij tankten onze motorfiets vol voor de lange rit.
- Jullie tankten de boot vol voordat jullie gingen varen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voltanken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn auto volgetankt bij het benzinestation.
- Jij hebt je scooter volgetankt voordat je naar school ging.
- Hij/zij/het heeft de vrachtwagen volgetankt met diesel.
- Wij hebben onze motorfiets volgetankt voor de lange rit.
- Jullie hebben de boot volgetankt voordat jullie gingen varen.