sterken

Conjugations List of Sterken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksterksterkteheb gesterkt
jij, je, usterktsterktehebt gesterkt
hij, zij, hetsterktsterkteheeft gesterkt
wijsterkensterktenhebben gesterkt
julliesterkensterktenhebben gesterkt
zij, zesterkensterktenhebben gesterkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Sterken with some of the pronouns.

  • Ik sterken mijn lichaam door regelmatig te sporten.
  • Jij sterkt je geest door veel te lezen.
  • Hij/Zij sterkt de banden met zijn/haar familie.
  • Wij sterken ons voor de uitdaging die voor ons ligt.
  • Jullie sterken je vaardigheden door te blijven oefenen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Sterken with some of the pronouns.

  • Ik sterkte mijn lichaam door regelmatig te sporten.
  • Jij sterktte je geest door veel te lezen.
  • Hij/Zij sterkte de banden met zijn/haar familie.
  • Wij sterkten ons voor de uitdaging die voor ons lag.
  • Jullie sterkten jullie vaardigheden door te blijven oefenen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Sterken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn lichaam sterkt door regelmatig te sporten.
  • Jij hebt je geest gesterkt door veel te lezen.
  • Hij/Zij heeft de banden met zijn/haar familie gesterkt.
  • Wij hebben ons voorbereid op de uitdaging die voor ons lag.
  • Jullie hebben jullie vaardigheden gesterkt door te blijven oefenen.