binnenhalen

Conjugations List of Binnenhalen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhaal binnenhaalde binnenheb binnengehaald
jij, je, uhaalt binnenhaalde binnenhebt binnengehaald
hij, zij, hethaalt binnenhaalde binnenheeft binnengehaald
wijhalen binnenhaalden binnenhebben binnengehaald
julliehalen binnenhaalden binnenhebben binnengehaald
zij, zehalen binnenhaalden binnenhebben binnengehaald

Presens
Beta

Example presens sentences for Binnenhalen with some of the pronouns.

  • Ik haal binnen.
  • Jij haalt binnen.
  • Hij/Zij/Het haalt binnen.
  • Wij halen binnen.
  • Jullie halen binnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Binnenhalen with some of the pronouns.

  • Ik haalde binnen.
  • Jij haalde binnen.
  • Hij/Zij/Het haalde binnen.
  • Wij haalden binnen.
  • Jullie haalden binnen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Binnenhalen with some of the pronouns.

  • Ik heb binnengehaald.
  • Jij hebt binnengehaald.
  • Hij/Zij/Het heeft binnengehaald.
  • Wij hebben binnengehaald.
  • Jullie hebben binnengehaald.