subsidiëren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | subsidieer | subsidieerde | heb gesubsidieerd |
jij, je, u | subsidieert | subsidieerde | hebt gesubsidieerd |
hij, zij, het | subsidieert | subsidieerde | heeft gesubsidieerd |
wij | subsidiëren | subsidieerden | hebben gesubsidieerd |
jullie | subsidiëren | subsidieerden | hebben gesubsidieerd |
zij, ze | subsidiëren | subsidieerden | hebben gesubsidieerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Subsidiëren with some of the pronouns.
- De overheid subsidieert kunstprojecten.
- Ik subsidieer mijn zusje's studie.
- Jullie subsidiëren de bouw van nieuwe scholen.
- Het bedrijf subsidieert duurzame energieprojecten.
- Wij subsidiëren sportverenigingen in onze gemeente.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Subsidiëren with some of the pronouns.
- Vroeger subsidieerde de overheid kunstprojecten meer.
- Ik subsidieerde vroeger mijn zusje's studie.
- Jullie subsidieerden vroeger de bouw van nieuwe scholen.
- Het bedrijf subsidieerde vroeger minder duurzame energieprojecten.
- Wij subsidieerden vroeger meer sportverenigingen in onze gemeente.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Subsidiëren with some of the pronouns.
- De gemeente heeft kunstprojecten gesubsidieerd.
- Ik heb mijn zusje's studie gesubsidieerd.
- Jullie hebben de bouw van nieuwe scholen gesubsidieerd.
- Het bedrijf heeft duurzame energieprojecten gesubsidieerd.
- Wij hebben sportverenigingen in onze gemeente gesubsidieerd.