kreunen

Conjugations List of Kreunen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkreunkreundeheb gekreund
jij, je, ukreuntkreundehebt gekreund
hij, zij, hetkreuntkreundeheeft gekreund
wijkreunenkreundenhebben gekreund
julliekreunenkreundenhebben gekreund
zij, zekreunenkreundenhebben gekreund

Presens
Beta

Example presens sentences for Kreunen with some of the pronouns.

  • Ik kreun tijdens het sporten.
  • Jij kreunt als je pijn hebt.
  • Hij/zij/het kreunt van vermoeidheid.
  • Wij kreunen van de zware last.
  • Jullie kreunen van plezier.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kreunen with some of the pronouns.

  • Ik kreunde altijd tijdens die film.
  • Jij kreunde vaak in je slaap.
  • Hij/zij/het kreunde van de pijn.
  • Wij kreunden door het zware werk.
  • Jullie kreunden van de kou.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kreunen with some of the pronouns.

  • Ik heb gekreund toen ik viel.
  • Jij hebt gekreund van de kramp.
  • Hij/zij/het heeft gekreund door de blessure.
  • Wij hebben gekreund van de stress.
  • Jullie hebben gekreund van de lachbuien.