beleven

Conjugations List of Beleven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbeleefbeleefdeheb beleefd
jij, je, ubeleeftbeleefdehebt beleefd
hij, zij, hetbeleeftbeleefdeheeft beleefd
wijbelevenbeleefdenhebben beleefd
julliebelevenbeleefdenhebben beleefd
zij, zebelevenbeleefdenhebben beleefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beleven with some of the pronouns.

  • Ik beleef een geweldige vakantie in Spanje.
  • Jij beleeft veel plezier tijdens het concert.
  • Hij/zij beleeft intense emoties bij het lezen van dit boek.
  • Wij beleven samen mooie avonturen.
  • Jullie beleven vaak spannende momenten tijdens jullie reizen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beleven with some of the pronouns.

  • Vroeger beleefde ik altijd avonturen in mijn dromen.
  • Jij beleefde veel geluk in je jeugd.
  • Hij/zij beleefde altijd veel plezier aan sporten.
  • Wij beleefden gezellige familiediners tijdens de feestdagen.
  • Jullie beleefden vaak stressvolle situaties op het werk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beleven with some of the pronouns.

  • Ik heb een fantastische tijd beleefd op dat feestje.
  • Jij hebt veel vreugde beleefd aan het behalen van je diploma.
  • Hij/zij heeft een onvergetelijke ervaring beleefd tijdens die reis.
  • Wij hebben samen veel leuke momenten beleefd in de afgelopen zomer.
  • Jullie hebben veel spanning beleefd tijdens die spannende film.