disculperen

Conjugations List of Disculperen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdisculpeerdisculpeerdeheb gedisculpeerd
jij, je, udisculpeertdisculpeerdehebt gedisculpeerd
hij, zij, hetdisculpeertdisculpeerdeheeft gedisculpeerd
wijdisculperendisculpeerdenhebben gedisculpeerd
julliedisculperendisculpeerdenhebben gedisculpeerd
zij, zedisculperendisculpeerdenhebben gedisculpeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Disculperen with some of the pronouns.

  • Ik disculpeer
  • Jij disculpeert
  • Hij/Zij/U disculpeert
  • Wij disculperen
  • Jullie disculperen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Disculperen with some of the pronouns.

  • Ik excuseerde me
  • Jij excuseerde je
  • Hij/Zij/U excuseerde zich
  • Wij excuseerden ons
  • Jullie excuseerden je

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Disculperen with some of the pronouns.

  • Ik heb gedisculpeerd
  • Jij hebt gedisculpeerd
  • Hij/Zij/U heeft gedisculpeerd
  • Wij hebben gedisculpeerd
  • Jullie hebben gedisculpeerd