verkijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verkijk | verkeek | heb verkeken |
jij, je, u | verkijkt | verkeek | hebt verkeken |
hij, zij, het | verkijkt | verkeek | heeft verkeken |
wij | verkijken | verkeken | hebben verkeken |
jullie | verkijken | verkeken | hebben verkeken |
zij, ze | verkijken | verkeken | hebben verkeken |
PresensBeta
Example presens sentences for Verkijken with some of the pronouns.
- Ik verkijk me wel eens op de tijd.
- Jij verkijkt je vaak op de situatie.
- Hij verkijkt zich regelmatig op de afstand.
- Wij verkijken ons soms op de moeilijkheidsgraad.
- Zij verkijken zich altijd op de kosten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verkijken with some of the pronouns.
- Ik verkijk me regelmatig op de afstanden die ik moet lopen.
- Jij verkijkt je vaak op de betekenis van woorden.
- Hij verkijkt zich altijd op de intenties van mensen.
- Wij verkijken ons soms op de gevolgen van onze acties.
- Zij verkijken zich regelmatig op de hoeveelheid tijd die iets kost.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verkijken with some of the pronouns.
- Ik heb me weleens verkijken op de hoeveelheid werk.
- Jij hebt je vaak verkijkt op de snelheid van het spel.
- Hij heeft zich regelmatig verkijken op de grootte van het project.
- Wij hebben ons soms verkijken op de impact van onze beslissingen.
- Zij hebben zich altijd verkijken op de complexiteit van het probleem.