voortleven

Conjugations List of Voortleven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikleef voortleefde voortheb voortgeleefd
jij, je, uleeft voortleefde voorthebt voortgeleefd
hij, zij, hetleeft voortleefde voortheeft voortgeleefd
wijleven voortleefden voorthebben voortgeleefd
jullieleven voortleefden voorthebben voortgeleefd
zij, zeleven voortleefden voorthebben voortgeleefd

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortleven with some of the pronouns.

  • Ik voortleef in het hier en nu.
  • Jij voortleeft je leven ten volle.
  • Hij/Zij/Het voortleeft met passie en energie.
  • Wij voortleven elke dag alsof het onze laatste is.
  • Zij voortleven in harmonie met de natuur.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortleven with some of the pronouns.

  • Ik voortleefde in een andere stad toen ik jong was.
  • Jij voortleefde met pijn in je hart.
  • Hij/Zij/Het voortleefde alsof er geen morgen zou zijn.
  • Wij voortleefden in een eenvoudig huisje aan zee.
  • Zij voortleefden met de herinneringen aan hun geliefden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortleven with some of the pronouns.

  • Ik heb voortgeleefd na mijn ziekenhuisopname.
  • Jij hebt jouw dromen voortgeleefd.
  • Hij/Zij/Het heeft een lang, vervuld leven voortgeleefd.
  • Wij hebben ons avontuurlijke spirit voortgeleefd tijdens onze reis.
  • Zij hebben hun idealen voortgeleefd tot het einde.