inhuldigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | huldig in | huldigde in | heb ingehuldigd |
jij, je, u | huldigt in | huldigde in | hebt ingehuldigd |
hij, zij, het | huldigt in | huldigde in | heeft ingehuldigd |
wij | huldigen in | huldigden in | hebben ingehuldigd |
jullie | huldigen in | huldigden in | hebben ingehuldigd |
zij, ze | huldigen in | huldigden in | hebben ingehuldigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Inhuldigen with some of the pronouns.
- Ik huldig de nieuwe burgemeester in.
- Jij huldigt de winnaar van de wedstrijd in.
- Hij/zij/het huldigt de kampioenen van het team in.
- Wij huldigen de jubilaris tijdens de ceremonie in.
- Jullie huldigen de beste studenten van de school in.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inhuldigen with some of the pronouns.
- Ik huldigde de nieuwe burgemeester in.
- Jij huldigde de winnaar van de wedstrijd in.
- Hij/zij/het huldigde de kampioenen van het team in.
- Wij huldigden de jubilaris tijdens de ceremonie in.
- Jullie huldigden de beste studenten van de school in.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inhuldigen with some of the pronouns.
- Ik heb de nieuwe burgemeester ingehuldigd.
- Jij hebt de winnaar van de wedstrijd ingehuldigd.
- Hij/zij/het heeft de kampioenen van het team ingehuldigd.
- Wij hebben de jubilaris tijdens de ceremonie ingehuldigd.
- Jullie hebben de beste studenten van de school ingehuldigd.