aanmonsteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | monster aan | monsterde aan | heb aangemonsterd |
jij, je, u | monstert aan | monsterde aan | hebt aangemonsterd |
hij, zij, het | monstert aan | monsterde aan | heeft aangemonsterd |
wij | monsteren aan | monsterden aan | hebben aangemonsterd |
jullie | monsteren aan | monsterden aan | hebben aangemonsterd |
zij, ze | monsteren aan | monsterden aan | hebben aangemonsterd |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanmonsteren with some of the pronouns.
- Ik monster aan bij de marine.
- Jij monster aan op het schip.
- Hij of zij monsteren aan als matroos.
- Wij monsteren aan voor een zeiltocht.
- Jullie monsteren aan bij de rederij.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanmonsteren with some of the pronouns.
- Vroeger monsterde ik aan op vrachtschepen.
- Toen ik jong was, monsterde jij aan als zeeman.
- Hij of zij monsterde altijd aan op passagiersschepen.
- In die tijd monsterden wij regelmatig aan voor korte reizen.
- Jullie monsterden vaak aan bij de visserij.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanmonsteren with some of the pronouns.
- Ik heb aangemonsterd op een vissersboot.
- Jij bent aangemonsterd als scheepskok.
- Hij of zij is aangemonsterd op een cruiseschip.
- Wij zijn aangemonsterd voor een expeditie naar Antarctica.
- Jullie hebben aangemonsterd bij de marine.