imploderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | implodeer | implodeerde | ben geïmplodeerd |
jij, je, u | implodeert | implodeerde | bent geïmplodeerd |
hij, zij, het | implodeert | implodeerde | is geïmplodeerd |
wij | imploderen | implodeerden | zijn geïmplodeerd |
jullie | imploderen | implodeerden | zijn geïmplodeerd |
zij, ze | imploderen | implodeerden | zijn geïmplodeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Imploderen with some of the pronouns.
- De dynamietstaven imploderen met een luide knal.
- Wanneer de druk te hoog wordt, imploderen de ballonnen.
- Het glas in de ruit implodeert door de kracht van de explosie.
- De sterren aan het einde van hun levenscyclus imploderen en vormen zwarte gaten.
- In sommige gevallen kan het gebouw imploderen bij een gecontroleerde sloop.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Imploderen with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, implodeerden we regelmatig flessen met behulp van een vacuümpomp.
- Tijdens de oorlog implodeerden veel gebouwen als gevolg van hevige bombardementen.
- Vroeger implodeerden vaak de oude televisies wanneer ze kapot gingen.
- De astronauten keken toe hoe de raketmotor na de lancering begon te imploderen.
- Jarenlang implodeerde het bedrijf langzaam door slecht management en dalende omzetten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Imploderen with some of the pronouns.
- Deze vuurwerkfabriek heeft gisteren imploderende pijlen geproduceerd.
- Ik heb nog nooit zo'n spectaculaire implosie gezien!
- Het nieuwsbericht meldde dat het laboratorium vorige week is geëindigd met een imploderende reactor.
- De wetenschappers hebben al lang gezocht naar een manier om materiaal op commando te laten imploderen.
- We waren getuige van een ongekende natuurramp waarbij hele steden werden verwoest en gebouwen implodeerden.