ontroesten

Conjugations List of Ontroesten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikontroestontroestteheb ontroest
jij, je, uontroestontroesttehebt ontroest
hij, zij, hetontroestontroestteheeft ontroest
wijontroestenontroesttenhebben ontroest
jullieontroestenontroesttenhebben ontroest
zij, zeontroestenontroesttenhebben ontroest

Presens
Beta

Example presens sentences for Ontroesten with some of the pronouns.

  • Ik ontroest de fietsen in mijn vrije tijd.
  • Jij ontroest regelmatig metalen voorwerpen.
  • Hij ontroest de oude auto met veel geduld.
  • Zij ontroesten de metalen sculpturen voor de tentoonstelling.
  • We ontroesten alle gereedschappen voordat we ze gebruiken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ontroesten with some of the pronouns.

  • Vroeger ontroestte ik vaak mijn fietsen zelf.
  • Jullie ontroestten regelmatig metalen voorwerpen.
  • Hij ontroestte de oude auto meerdere keren.
  • Zij ontroestten altijd de metalen sculpturen voor de tentoonstelling.
  • We ontroestten alle gereedschappen voordat we ze gebruikten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ontroesten with some of the pronouns.

  • Ik heb de fietsen ontroest tijdens het weekend.
  • Jij hebt vorige week metalen voorwerpen ontroest.
  • Hij heeft de oude auto grondig ontroest.
  • Zij hebben de metalen sculpturen voor de tentoonstelling ontroest.
  • We hebben alle gereedschappen ontroest voordat we ze gebruikten.