reguleren

Conjugations List of Reguleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikreguleerreguleerdeheb gereguleerd
jij, je, ureguleertreguleerdehebt gereguleerd
hij, zij, hetreguleertreguleerdeheeft gereguleerd
wijregulerenreguleerdenhebben gereguleerd
jullieregulerenreguleerdenhebben gereguleerd
zij, zeregulerenreguleerdenhebben gereguleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Reguleren with some of the pronouns.

  • Ik reguleer mijn dagelijkse routine om productiever te zijn.
  • Jij reguleert je eigen gedrag om gezonder te leven.
  • Hij/zij reguleert het verkeer op drukke kruispunten.
  • Wij reguleren de temperatuur in het huis met behulp van een thermostaat.
  • Zij reguleren de marktprijzen om concurrentie te bevorderen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Reguleren with some of the pronouns.

  • Vroeger reguleerde ik mijn slaappatroon niet goed.
  • Toen jij nog jong was, reguleerde je je emoties niet goed.
  • Hij/zij reguleerde de bedrijfsprocessen onvoldoende en dat leidde tot inefficiëntie.
  • Wij reguleerden het gebruik van plastic al lang voordat het populair werd.
  • Zij reguleerden de toegang tot het evenement strenger nadat er veiligheidsproblemen waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Reguleren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn financiën gereguleerd en ben nu schuldenvrij.
  • Jij hebt de waterstroom gereguleerd door de kraan dicht te draaien.
  • Hij/zij heeft de voedselproductie gereguleerd om verspilling te verminderen.
  • Wij hebben het verkeer tijdens het evenement goed gereguleerd.
  • Zij hebben de nieuwe wetgeving effectief gereguleerd.