instuiven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stuif in | stoof in | ben ingestoven |
jij, je, u | stuift in | stoof in | bent ingestoven |
hij, zij, het | stuift in | stoof in | is ingestoven |
wij | stuiven in | stoven in | zijn ingestoven |
jullie | stuiven in | stoven in | zijn ingestoven |
zij, ze | stuiven in | stoven in | zijn ingestoven |
PresensBeta
Example presens sentences for Instuiven with some of the pronouns.
- Ik stuif door het bos.
- Jij stuitert als een bal door de kamer.
- Hij/zij stuift voorbij op zijn/haar fiets.
- Wij stuiven naar de finish van de wedstrijd.
- Jullie stuiven de trap op naar boven.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Instuiven with some of the pronouns.
- Vroeger stuif ik altijd door de straten van Amsterdam.
- Als kind stoof jij graag door de tuin.
- Hij/zij stoof ongeduldig heen en weer in de wachtkamer.
- Wij stoofden door de sneeuw tijdens onze wintersportvakantie.
- Jullie stoofden als een bende dolle honden over het strand.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Instuiven with some of the pronouns.
- Ik ben in één keer naar binnen gestoven.
- Jij hebt vorige week in mijn gedachten gestoven.
- Hij/zij is met veel enthousiasme de vergadering binnengestoven.
- Wij zijn als een wervelwind door de stad gestoven.
- Jullie hebben de zaal uitgestoven na het concert.