doorschudden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | schud door | schudde door | heb doorgeschud |
jij, je, u | schudt door | schudde door | hebt doorgeschud |
hij, zij, het | schudt door | schudde door | heeft doorgeschud |
wij | schudden door | schudden door | hebben doorgeschud |
jullie | schudden door | schudden door | hebben doorgeschud |
zij, ze | schudden door | schudden door | hebben doorgeschud |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorschudden with some of the pronouns.
- Ik schud de deur door om te controleren of hij goed sluit.
- Jij schudt de deur door voordat je naar binnen gaat.
- Hij schudt de deur door om te kijken of er iets achter ligt.
- Wij schudden de deur door om te zien of er iemand aan de andere kant staat.
- Jullie schudden de deur door om te testen of hij stevig genoeg is.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorschudden with some of the pronouns.
- Ik schudde de deur door om te controleren of hij goed sloot.
- Jij schudde de deur door voordat je naar binnen ging.
- Hij schudde de deur door om te zien of er iets achter lag.
- Wij schudden de deur door om te kijken of er iemand aan de andere kant stond.
- Jullie schudden de deur door om te testen of hij stevig genoeg was.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorschudden with some of the pronouns.
- Ik heb de deur doorgeschud om te controleren of hij goed sloot.
- Jij hebt de deur doorgeschud voordat je naar binnen ging.
- Hij heeft de deur doorgeschud om te zien of er iets achter lag.
- Wij hebben de deur doorgeschud om te kijken of er iemand aan de andere kant stond.
- Jullie hebben de deur doorgeschud om te testen of hij stevig genoeg was.