aftobben

Conjugations List of Aftobben.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktob aftobde afheb afgetobd
jij, je, utobt aftobde afhebt afgetobd
hij, zij, hettobt aftobde afheeft afgetobd
wijtobben aftobden afhebben afgetobd
jullietobben aftobden afhebben afgetobd
zij, zetobben aftobden afhebben afgetobd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aftobben with some of the pronouns.

  • Ik tob af over mijn carrièrekeuze.
  • Jij tobt af over de financiën.
  • Hij/Zij/Het tobt af over zijn/haar gezondheid.
  • Wij tobben af over het klimaatprobleem.
  • Jullie tobben af over jullie relatie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aftobben with some of the pronouns.

  • Ik tobde af over mijn carrièrekeuze.
  • Jij tobde af over de financiën.
  • Hij/Zij/Het tobde af over zijn/haar gezondheid.
  • Wij tobden af over het klimaatprobleem.
  • Jullie tobden af over jullie relatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aftobben with some of the pronouns.

  • Ik heb afgetobd over mijn carrièrekeuze.
  • Jij hebt afgetobd over de financiën.
  • Hij/Zij/Het heeft afgetobd over zijn/haar gezondheid.
  • Wij hebben afgetobd over het klimaatprobleem.
  • Jullie hebben afgetobd over jullie relatie.