doorspelen

Conjugations List of Doorspelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspeel doorspeelde doorheb doorgespeeld
jij, je, uspeelt doorspeelde doorhebt doorgespeeld
hij, zij, hetspeelt doorspeelde doorheeft doorgespeeld
wijspelen doorspeelden doorhebben doorgespeeld
julliespelen doorspeelden doorhebben doorgespeeld
zij, zespelen doorspeelden doorhebben doorgespeeld

Presens

Example presens sentences for Doorspelen with some of the pronouns.

  • Ik speel door in het theater.
  • Jij speelt door tot het einde van de wedstrijd.
  • Hij speelt door ondanks de vermoeidheid.
  • Zij spelen door met de repetitie.
  • We spelen door totdat we een winnaar hebben.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Doorspelen with some of the pronouns.

  • Ik speelde door in het theater.
  • Jij speelde door tot het einde van de wedstrijd.
  • Hij speelde door ondanks de vermoeidheid.
  • Zij speelden door met de repetitie.
  • We speelden door totdat we een winnaar hadden.

Perfectum

Example perfectum sentences for Doorspelen with some of the pronouns.

  • Ik heb doorgespeeld in het theater.
  • Jij hebt doorgespeeld tot het einde van de wedstrijd.
  • Hij heeft doorgespeeld ondanks de vermoeidheid.
  • Zij hebben doorgespeeld met de repetitie.
  • We hebben doorgespeeld totdat we een winnaar hadden.