opstutten

Conjugations List of Opstutten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstut opstutte opheb opgestut
jij, je, ustut opstutte ophebt opgestut
hij, zij, hetstut opstutte opheeft opgestut
wijstutten opstutten ophebben opgestut
julliestutten opstutten ophebben opgestut
zij, zestutten opstutten ophebben opgestut

Presens
Beta

Example presens sentences for Opstutten with some of the pronouns.

  • Ik stuiter op.
  • Jij stut op.
  • Hij/Zij/Het stut op.
  • Wij jullie zij stutten op.
  • De kinderen stutten op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opstutten with some of the pronouns.

  • Ik stutte op.
  • Jij stutte op.
  • Hij/Zij/Het stutte op.
  • Wij jullie zij stutten op.
  • De kinderen stutten op.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opstutten with some of the pronouns.

  • Ik ben opgestut.
  • Jij bent opgestut.
  • Hij/Zij/Het is opgestut.
  • Wij jullie zij zijn opgestut.
  • De kinderen zijn opgestut.