wegebben
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | eb weg | ebde weg | ben weggeƫbd |
jij, je, u | ebt weg | ebde weg | bent weggeƫbd |
hij, zij, het | ebt weg | ebde weg | is weggeƫbd |
wij | ebben weg | ebden weg | zijn weggeƫbd |
jullie | ebben weg | ebden weg | zijn weggeƫbd |
zij, ze | ebben weg | ebden weg | zijn weggeƫbd |
Presens
Example presens sentences for Wegebben with some of the pronouns.
- De pijn wegebt langzaam weg.
- Onze herinneringen ebben geleidelijk weg.
- Het enthousiasme van het publiek ebt weg na de voorstelling.
- Mijn interesse in die hobby begint weg te ebben.
- De spanning begint te wegebben nu de deadline nadert.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Wegebben with some of the pronouns.
- De pijn ebde langzaam weg.
- Toen ik klein was, ebden mijn angsten 's nachts altijd weg.
- De geluiden van de stad ebden weg terwijl ik naar de natuur liep.
- Zijn enthousiasme ebbende weg toen hij besefte dat het project niet haalbaar was.
- De interesse van het publiek ebde weg na de teleurstellende onthulling.
Perfectum
Example perfectum sentences for Wegebben with some of the pronouns.
- De emoties zijn langzaam weggeƫbd.
- We hebben gemerkt dat het geluid van de zee is weggeƫbd.
- De populariteit van die trend is snel weggeƫbd.
- Hij heeft het gevoel van voldoening laten wegebben door zijn negatieve opmerkingen.
- Ze is blijven stilstaan terwijl de rest van de wereld verder wegebt.