insturen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | stuur in | stuurde in | heb ingestuurd |
jij, je, u | stuurt in | stuurde in | hebt ingestuurd |
hij, zij, het | stuurt in | stuurde in | heeft ingestuurd |
wij | sturen in | stuurden in | hebben ingestuurd |
jullie | sturen in | stuurden in | hebben ingestuurd |
zij, ze | sturen in | stuurden in | hebben ingestuurd |
PresensBeta
Example presens sentences for Insturen with some of the pronouns.
- Ik stuur mijn sollicitatie in.
- Jij stuurt je antwoordkaart in.
- Hij stuurt zijn manuscript in.
- Zij stuurt haar betaling in.
- Wij sturen onze aanvraag in.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Insturen with some of the pronouns.
- Vroeger stuurde ik altijd kaarten naar mijn vrienden.
- Toen ik jong was, stuurde ik brieven naar mijn grootouders.
- Hij stuurde regelmatig e-mails naar zijn collega's.
- Zij stuurde vroeger vaak cadeaus naar haar vriendinnen.
- Wij stuurden ansichtkaarten vanuit elk land dat we bezochten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Insturen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn opdracht ingezonden.
- Jij hebt het formulier ingestuurd.
- Hij heeft de foto's op tijd ingeleverd.
- Zij heeft haar verslag naar de docent gestuurd.
- Wij hebben de documenten correct ingediend.