acquireren

Conjugations List of Acquireren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikacquireeracquireerdeheb geacquireerd
jij, je, uacquireertacquireerdehebt geacquireerd
hij, zij, hetacquireertacquireerdeheeft geacquireerd
wijacquirerenacquireerdenhebben geacquireerd
jullieacquirerenacquireerdenhebben geacquireerd
zij, zeacquirerenacquireerdenhebben geacquireerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Acquireren with some of the pronouns.

  • Ik acquireer nieuwe kennis en vaardigheden.
  • Jij acquireert snel de benodigde informatie.
  • Hij/Zij acquireert veel ervaring tijdens zijn/haar stage.
  • Wij acquireeren regelmatig nieuwe lesmaterialen.
  • Jullie acquireeren waardevolle inzichten uit het boek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Acquireren with some of the pronouns.

  • Vroeger acquireerde ik veel boeken om te lezen.
  • Toen ik jonger was, acquireerde jij altijd nieuwe muziek.
  • Hij/Zij acquireerde vroeger vaak nieuwe talen.
  • Wij acquireerden regelmatig nieuwe apparatuur voor ons laboratorium.
  • Jullie acquireerden toen veel kunstwerken voor de galerij.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Acquireren with some of the pronouns.

  • Ik heb geacquireerd wat ik nodig had voor mijn onderzoek.
  • Jij hebt snel de vereiste informatie geacquireerd.
  • Hij/Zij heeft veel ervaring geacquireerd tijdens zijn/haar carrière.
  • Wij hebben recentelijk nieuwe technologieën geacquireerd.
  • Jullie hebben waardevolle kennis geacquireerd tijdens de training.