misslaan

Conjugations List of Misslaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksla missloeg misheb misgeslagen
jij, je, uslaat missloeg mishebt misgeslagen
hij, zij, hetslaat missloeg misheeft misgeslagen
wijslaan missloegen mishebben misgeslagen
jullieslaan missloegen mishebben misgeslagen
zij, zeslaan missloegen mishebben misgeslagen

Presens
Beta

Example presens sentences for Misslaan with some of the pronouns.

  • Ik sla de bal vaak mis tijdens het tennis.
  • Jij slaat de nagel volledig mis met die uitspraak.
  • Hij slaat de weg naar het huis soms mis en verdwaalt.
  • Zij slaat altijd de boeken dicht voordat ze gaat slapen.
  • We slaan nooit een kans om te feesten mis.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Misslaan with some of the pronouns.

  • Vroeger miste ik altijd mijn bus naar school.
  • Toen ik jong was, miste ik vaak mijn doel tijdens het schieten.
  • Hij miste de oude tijden waarin alles eenvoudiger was.
  • Zij miste haar familie toen ze in het buitenland woonde.
  • We misten de zonsondergang omdat we te laat waren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Misslaan with some of the pronouns.

  • Ik heb de afslag gemist en moest een omweg maken.
  • Jij hebt de trein gemist en moet nu wachten op de volgende.
  • Hij heeft de deadline voor het project gemist.
  • Zij heeft haar kans op promotie gemist door niet genoeg te presteren.
  • We hebben het vliegtuig gemist en moeten nu een nieuwe vlucht boeken.