achteroverdrukken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | druk achterover | drukte achterover | heb achterovergedrukt |
jij, je, u | drukt achterover | drukte achterover | hebt achterovergedrukt |
hij, zij, het | drukt achterover | drukte achterover | heeft achterovergedrukt |
wij | drukken achterover | drukten achterover | hebben achterovergedrukt |
jullie | drukken achterover | drukten achterover | hebben achterovergedrukt |
zij, ze | drukken achterover | drukten achterover | hebben achterovergedrukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Achteroverdrukken with some of the pronouns.
- Ik druk achterover tijdens de lunchpauze.
- Jij drukt achterover wanneer je moe bent.
- Hij drukt achterover als hij zich verveelt.
- Zij drukt achterover na een lange werkdag.
- Wij drukken achterover in het weekend.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Achteroverdrukken with some of the pronouns.
- Ik drukte achterover tijdens de lunchpauze.
- Jij drukte achterover toen je moe was.
- Hij drukte achterover toen hij zich verveelde.
- Zij drukte achterover na een lange werkdag.
- Wij drukten achterover in het weekend.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Achteroverdrukken with some of the pronouns.
- Ik heb achterovergedrukt tijdens de lunchpauze.
- Jij hebt achterovergedrukt toen je moe was.
- Hij heeft achterovergedrukt toen hij zich verveelde.
- Zij heeft achterovergedrukt na een lange werkdag.
- Wij hebben achterovergedrukt in het weekend.