karikaturiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | karikaturiseer | karikaturiseerde | heb gekarikaturiseerd |
jij, je, u | karikaturiseert | karikaturiseerde | hebt gekarikaturiseerd |
hij, zij, het | karikaturiseert | karikaturiseerde | heeft gekarikaturiseerd |
wij | karikaturiseren | karikaturiseerden | hebben gekarikaturiseerd |
jullie | karikaturiseren | karikaturiseerden | hebben gekarikaturiseerd |
zij, ze | karikaturiseren | karikaturiseerden | hebben gekarikaturiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Karikaturiseren with some of the pronouns.
- Ik karikaturiseer politici in mijn tekeningen.
- Jij karikaturiseert beroemdheden met veel humor.
- Hij karikaturiseert vaak bekende sporters.
- Zij karikaturiseren de koning en koningin regelmatig.
- Wij karikaturiseren maatschappelijke problemen in onze cartoons.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Karikaturiseren with some of the pronouns.
- Ik karikaturiseerde politici in mijn tekeningen.
- Jij karikaturiseerde beroemdheden met veel humor.
- Hij karikaturiseerde vaak bekende sporters.
- Zij karikaturiseerde de koning en koningin regelmatig.
- Wij karikaturiseerden maatschappelijke problemen in onze cartoons.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Karikaturiseren with some of the pronouns.
- Ik heb politici in mijn tekeningen gekarikaturiseerd.
- Jij hebt beroemdheden met veel humor gekarikaturiseerd.
- Hij heeft vaak bekende sporters gekarikaturiseerd.
- Zij hebben de koning en koningin regelmatig gekarikaturiseerd.
- Wij hebben maatschappelijke problemen in onze cartoons gekarikaturiseerd.