proponeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | proponeer | proponeerde | heb geproponeerd |
jij, je, u | proponeert | proponeerde | hebt geproponeerd |
hij, zij, het | proponeert | proponeerde | heeft geproponeerd |
wij | proponeren | proponeerden | hebben geproponeerd |
jullie | proponeren | proponeerden | hebben geproponeerd |
zij, ze | proponeren | proponeerden | hebben geproponeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Proponeren with some of the pronouns.
- Ik proponeer een nieuw idee tijdens de vergadering.
- Jij proponeert een oplossing voor het probleem.
- Hij/Zij/U proponeert een interessante discussie.
- Wij proponeeren een nieuwe aanpak voor het project.
- Jullie proponeeren om het evenement te verplaatsen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Proponeren with some of the pronouns.
- Ik stelde voor om vroeger te beginnen met de vergadering.
- Jij stelde een wijziging voor in het lesrooster.
- Hij/Zij/U stelde voor om een pauze in te lassen.
- Wij stelden voor om te investeren in nieuwe technologieën.
- Jullie stelden een nieuwe regel voor in het beleid.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Proponeren with some of the pronouns.
- Ik heb voorgesteld om een nieuwe werkwijze te gebruiken.
- Jij hebt een plan voorgesteld aan het team.
- Hij/Zij/U heeft een compromis voorgesteld.
- Wij hebben voorgesteld om de deadline te verlengen.
- Jullie hebben een alternatief voorgesteld voor de locatie.