bijboeken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | boek bij | boekte bij | heb bijgeboekt |
| jij, je, u | boekt bij | boekte bij | hebt bijgeboekt |
| hij, zij, het | boekt bij | boekte bij | heeft bijgeboekt |
| wij | boeken bij | boekten bij | hebben bijgeboekt |
| jullie | boeken bij | boekten bij | hebben bijgeboekt |
| zij, ze | boeken bij | boekten bij | hebben bijgeboekt |
PresensBeta
Example presens sentences for Bijboeken with some of the pronouns.
- Ik boek bij voor de volgende vakantie.
- Jij boekt bij een extra nacht in het hotel.
- Hij boekt bij om een upgrade te krijgen.
- Zij boekt bij voor het concert vanavond.
- We boeken bij zodat we meer bagage kunnen meenemen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bijboeken with some of the pronouns.
- Ik boekte bij voor elke vakantie.
- Jij boekte een extra kamer bij in het hotel.
- Hij boekte bij om zijn reis te verlengen.
- Zij boekte bij voor elk evenement.
- We boekten bij voor meer flexibiliteit.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bijboeken with some of the pronouns.
- Ik heb bijgeboekt voor onze vorige reis.
- Jij hebt een extra dag bijgeboekt in het resort.
- Hij heeft bijgeboekt voor de vorige voorstelling.
- Zij heeft bijgeboekt voor haar verjaardagsfeest.
- We hebben bijgeboekt zodat we langer konden blijven.