archiveren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | archiveer | archiveerde | heb gearchiveerd |
jij, je, u | archiveert | archiveerde | hebt gearchiveerd |
hij, zij, het | archiveert | archiveerde | heeft gearchiveerd |
wij | archiveren | archiveerden | hebben gearchiveerd |
jullie | archiveren | archiveerden | hebben gearchiveerd |
zij, ze | archiveren | archiveerden | hebben gearchiveerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Archiveren with some of the pronouns.
- Ik archiveer de documenten in de juiste map.
- Jij archiveert de papieren op volgorde van datum.
- Hij/zij archiveert de dossiers op alfabetische volgorde.
- Wij archiveren de bestanden elektronisch voor gemakkelijke toegang.
- Jullie archiveren de formulieren zorgvuldig om verlies te voorkomen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Archiveren with some of the pronouns.
- Ik archiveerde de documenten dagelijks voordat ik naar huis ging.
- Jij archiveerde vroeger de papieren handmatig in mappen.
- Hij/zij archiveerde de oude dossiers in dozen voor opslag.
- Wij archiveerden vroeger al onze documenten op papier.
- Jullie archiveerden de formulieren nauwgezet volgens de voorschriften.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Archiveren with some of the pronouns.
- Ik heb de documenten gearchiveerd nadat ik ze had gecontroleerd.
- Jij hebt de papieren correct gearchiveerd volgens de instructies.
- Hij/zij heeft de dossiers netjes gearchiveerd in de archiefkast.
- Wij hebben de bestanden digitaal gearchiveerd voor efficiƫnte opslag.
- Jullie hebben de formulieren succesvol gearchiveerd met behulp van archiveringssoftware.