betrouwen

Conjugations List of Betrouwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbetrouwbetrouwdeheb betrouwd
jij, je, ubetrouwtbetrouwdehebt betrouwd
hij, zij, hetbetrouwtbetrouwdeheeft betrouwd
wijbetrouwenbetrouwdenhebben betrouwd
julliebetrouwenbetrouwdenhebben betrouwd
zij, zebetrouwenbetrouwdenhebben betrouwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Betrouwen with some of the pronouns.

  • Ik vertrouw op mijn vrienden.
  • Jij vertrouwt je collega's.
  • Hij vertrouwt zijn familie.
  • Wij vertrouwen op onze intuïtie.
  • Zij vertrouwen de expert.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Betrouwen with some of the pronouns.

  • Ik vertrouwde mijn vrienden.
  • Jij vertrouwde je collega's.
  • Hij vertrouwde zijn familie.
  • Wij vertrouwden op onze intuïtie.
  • Zij vertrouwden de expert.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Betrouwen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn vrienden vertrouwd.
  • Jij hebt je collega's vertrouwd.
  • Hij heeft zijn familie vertrouwd.
  • Wij hebben op onze intuïtie vertrouwd.
  • Zij hebben de expert vertrouwd.