doorzijpelen

Conjugations List of Doorzijpelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzijpel doorzijpelde doorben doorgezijpeld
jij, je, uzijpelt doorzijpelde doorbent doorgezijpeld
hij, zij, hetzijpelt doorzijpelde dooris doorgezijpeld
wijzijpelen doorzijpelden doorzijn doorgezijpeld
julliezijpelen doorzijpelden doorzijn doorgezijpeld
zij, zezijpelen doorzijpelden doorzijn doorgezijpeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Doorzijpelen with some of the pronouns.

  • De informatie sijpelt langzaam door naar de medewerkers.
  • Het nieuws over het ontslag sijpelt door in de organisatie.
  • De geruchten sijpelen door naar de buitenwereld.
  • De regen sijpelt door de dakgoten.
  • Het water sijpelt langzaam door de scheuren in de muur.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doorzijpelen with some of the pronouns.

  • De informatie sijpelde langzaam door naar de medewerkers.
  • Het nieuws sijpelde door in de organisatie.
  • De geruchten sijpelden door naar de buitenwereld.
  • Het water sijpelde door de dakgoten tijdens de storm.
  • De regen sijpelde langzaam door de scheuren in de muur.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doorzijpelen with some of the pronouns.

  • Het nieuws is doorgedrongen tot alle werknemers.
  • De geruchten zijn doorgesijpeld naar de pers.
  • Het water is door de kieren heen gezijpeld.
  • De informatie is geleidelijk aan doorgedrongen bij het publiek.
  • Het besef van de ernst van de situatie is tot me doorgedrongen.