bewimpelen

Conjugations List of Bewimpelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbewimpelbewimpeldeheb bewimpeld
jij, je, ubewimpeltbewimpeldehebt bewimpeld
hij, zij, hetbewimpeltbewimpeldeheeft bewimpeld
wijbewimpelenbewimpeldenhebben bewimpeld
julliebewimpelenbewimpeldenhebben bewimpeld
zij, zebewimpelenbewimpeldenhebben bewimpeld

Presens

Example presens sentences for Bewimpelen with some of the pronouns.

  • Ik bewimpel de waarheid niet.
  • Jij bewimpelt zijn fouten altijd.
  • Hij bewimpelt zijn ware bedoelingen.
  • Wij bewimpelen de problemen niet.
  • Zij bewimpelen hun eigen rol in het conflict.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Bewimpelen with some of the pronouns.

  • Ik bewimpelde de waarheid niet.
  • Jij bewimpelde zijn fouten altijd.
  • Hij bewimpelde zijn ware bedoelingen.
  • Wij bewimpelden de problemen niet.
  • Zij bewimpelden hun eigen rol in het conflict.

Perfectum

Example perfectum sentences for Bewimpelen with some of the pronouns.

  • Ik heb de waarheid niet bewimpeld.
  • Jij hebt zijn fouten altijd bewimpeld.
  • Hij heeft zijn ware bedoelingen bewimpeld.
  • Wij hebben de problemen niet bewimpeld.
  • Zij hebben hun eigen rol in het conflict bewimpeld.