binnenkruipen

Conjugations List of Binnenkruipen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkruip binnenkroop binnenben binnengekropen
jij, je, ukruipt binnenkroop binnenbent binnengekropen
hij, zij, hetkruipt binnenkroop binnenis binnengekropen
wijkruipen binnenkropen binnenzijn binnengekropen
julliekruipen binnenkropen binnenzijn binnengekropen
zij, zekruipen binnenkropen binnenzijn binnengekropen

Presens

Example presens sentences for Binnenkruipen with some of the pronouns.

  • Ik kruip naar binnen als het regent.
  • Jij kruipt naar binnen om warm te blijven.
  • Hij kruipt altijd naar binnen als het donker wordt.
  • Zij kruipen naar binnen voordat de deur sluit.
  • Wij kruipen snel naar binnen om de kou te ontwijken.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Binnenkruipen with some of the pronouns.

  • Ik kroop naar binnen toen het begon te regenen.
  • Jij kroop naar binnen om warm te blijven.
  • Hij kroop altijd naar binnen als het donker werd.
  • Zij kropen naar binnen voordat de deur sloot.
  • Wij kropen snel naar binnen om de kou te ontwijken.

Perfectum

Example perfectum sentences for Binnenkruipen with some of the pronouns.

  • Ik ben naar binnen gekropen toen het begon te regenen.
  • Jij bent naar binnen gekropen om warm te blijven.
  • Hij is altijd naar binnen gekropen als het donker werd.
  • Zij zijn naar binnen gekropen voordat de deur sloot.
  • Wij zijn snel naar binnen gekropen om de kou te ontwijken.