binnenleiden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | leid binnen | leidde binnen | heb binnengeleid |
jij, je, u | leidt binnen | leidde binnen | hebt binnengeleid |
hij, zij, het | leidt binnen | leidde binnen | heeft binnengeleid |
wij | leiden binnen | leidden binnen | hebben binnengeleid |
jullie | leiden binnen | leidden binnen | hebben binnengeleid |
zij, ze | leiden binnen | leidden binnen | hebben binnengeleid |
PresensBeta
Example presens sentences for Binnenleiden with some of the pronouns.
- Ik leid je binnen in de wereld van kunst.
- De gids leidt de toeristen binnen in het museum.
- Wij leiden nieuwe studenten binnen in onze school.
- Hij leidt ons binnen in de geheimen van de technologie.
- Jullie leiden de gasten binnen in de feestzaal.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Binnenleiden with some of the pronouns.
- Ik leidde je binnen in de wereld van kunst.
- De gids leidde de toeristen binnen in het museum.
- Wij leidden nieuwe studenten binnen in onze school.
- Hij leidde ons binnen in de geheimen van de technologie.
- Jullie leidden de gasten binnen in de feestzaal.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Binnenleiden with some of the pronouns.
- Ik heb je binnen geleid in de wereld van kunst.
- De gids heeft de toeristen binnen geleid in het museum.
- Wij hebben nieuwe studenten binnen geleid in onze school.
- Hij heeft ons binnen geleid in de geheimen van de technologie.
- Jullie hebben de gasten binnen geleid in de feestzaal.