brandstichten

Conjugations List of Brandstichten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksticht brandstichtte brandheb brandgesticht
jij, je, usticht brandstichtte brandhebt brandgesticht
hij, zij, hetsticht brandstichtte brandheeft brandgesticht
wijstichten brandstichtten brandhebben brandgesticht
julliestichten brandstichtten brandhebben brandgesticht
zij, zestichten brandstichtten brandhebben brandgesticht

Presens
Beta

Example presens sentences for Brandstichten with some of the pronouns.

  • Ik brandsticht.
  • Jij brandsticht.
  • Hij/Zij brandsticht.
  • Wij brandstichten.
  • Jullie brandstichten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Brandstichten with some of the pronouns.

  • Ik stichtte brand.
  • Jij stichtte brand.
  • Hij/Zij stichtte brand.
  • Wij stichtten brand.
  • Jullie stichtten brand.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Brandstichten with some of the pronouns.

  • Ik heb brandgesticht.
  • Jij hebt brandgesticht.
  • Hij/Zij heeft brandgesticht.
  • Wij hebben brandgesticht.
  • Jullie hebben brandgesticht.