complementeren

Conjugations List of Complementeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcomplementeercomplementeerdeheb gecomplementeerd
jij, je, ucomplementeertcomplementeerdehebt gecomplementeerd
hij, zij, hetcomplementeertcomplementeerdeheeft gecomplementeerd
wijcomplementerencomplementeerdenhebben gecomplementeerd
julliecomplementerencomplementeerdenhebben gecomplementeerd
zij, zecomplementerencomplementeerdenhebben gecomplementeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Complementeren with some of the pronouns.

  • Ik complementeer de tekst voor de presentatie.
  • Jij complementeert het ontwerp met kleurrijke details.
  • Hij/zij/het complementeert de gerechten met verse kruiden.
  • Wij complementeren ons team met ervaren professionals.
  • Jullie complementeren de inrichting van de klas met mooie posters.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Complementeren with some of the pronouns.

  • Ik complementeerde de tekst voor de presentatie.
  • Jij completeerde het ontwerp met kleurrijke details.
  • Hij/zij/het completeerde de gerechten met verse kruiden.
  • Wij completeerden ons team met ervaren professionals.
  • Jullie completeerden de inrichting van de klas met mooie posters.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Complementeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de tekst voor de presentatie gecomplementeerd.
  • Jij hebt het ontwerp met kleurrijke details gecomplementeerd.
  • Hij/zij/het heeft de gerechten met verse kruiden gecomplementeerd.
  • Wij hebben ons team met ervaren professionals gecomplementeerd.
  • Jullie hebben de inrichting van de klas met mooie posters gecomplementeerd.