deconstrueren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | deconstrueer | deconstrueerde | heb gedeconstrueerd |
jij, je, u | deconstrueert | deconstrueerde | hebt gedeconstrueerd |
hij, zij, het | deconstrueert | deconstrueerde | heeft gedeconstrueerd |
wij | deconstrueren | deconstrueerden | hebben gedeconstrueerd |
jullie | deconstrueren | deconstrueerden | hebben gedeconstrueerd |
zij, ze | deconstrueren | deconstrueerden | hebben gedeconstrueerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Deconstrueren with some of the pronouns.
- Ik deconstrueer de tekst om de betekenis te achterhalen.
- Jij deconstrueert de argumenten van de schrijver.
- Hij deconstrueert de traditionele opvattingen over kunst.
- Wij deconstrueren de maatschappelijke normen en waarden.
- Zij deconstrueren de mythes en legendes.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Deconstrueren with some of the pronouns.
- Ik deconstrueerde de tekst om de betekenis te achterhalen.
- Jij deconstrueerde de argumenten van de schrijver.
- Hij deconstrueerde de traditionele opvattingen over kunst.
- Wij deconstrueerden de maatschappelijke normen en waarden.
- Zij deconstrueerden de mythes en legendes.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Deconstrueren with some of the pronouns.
- Ik heb de tekst gedecomstrueerd om de betekenis te achterhalen.
- Jij hebt de argumenten van de schrijver gedeconstrueerd.
- Hij heeft de traditionele opvattingen over kunst gedeconstrueerd.
- Wij hebben de maatschappelijke normen en waarden gedecomstrueerd.
- Zij hebben de mythes en legendes gedeconstrueerd.